MARATHOKÁMBOS

Het dorp Marathokámbos (Grieks: Μαραθόκαμπος) ligt aan de oostelijke uitlopers van de berg Kérkis, op de zuidelijke helling Fteriás. Het dorp is amfitheatrisch gebouwd.

 

Prachtig uitzicht

Het biedt een prachtig uitzicht op de Egeïsche Zee, tot aan de eilanden Foúrni, Pátmos, Arkí, Lipsí, Agathonísi, Samiopoúla en, als het weer het toelaat, zelfs op Léros en Kalýmnos.

Piraten

De mooie traditionele dorpshuizen zijn heel dicht op elkaar gebouwd, waardoor een doolhof van straten is ontstaan. Dit was een van de manieren om het dorp te beschermen tegen aanvallen van piraten.

 

Het dorp heeft elementen van de lokale traditionele architectuur behouden en wordt sinds 2002 door de Griekse overheid aangemerkt als een nederzetting met een bijzondere natuurlijke schoonheid, met veel beperkingen op de bouw en het onderhoud van huizen.

 

Loukéika

De eerste nederzetting van het gebied in het midden van de 16e eeuw, was Loukéika, naar de naam van de kolonist, nabij Kámpos Marathokámbou. Het werd al snel verlaten, waarschijnlijk om veiligheidsredenen door piratenaanvallen.

 

De inwoners verhuisden naar het hoger gelegen Marathokámbos, dat net begon te ontstaan.

Eind 16de eeuw

Marathokámbos werd voor het eerst bewoond aan het einde van de 16e eeuw, volgens berichten over het dorp. 


In 1624 schrijft de abt van het klooster van Chozoviótissa Theodósios in zijn testament dat hij in Marathokámbos werd geboren.

 

Aartsbisschop Joseph Georgirínis in 1666-1671 in een boek vermeldt dat Marathokámbos 200 huizen en twee kerken had.

 

Chios

Tot de eerste bewoners van het dorp behoorden de Chioërs en de Chiosamiërs, dat wil zeggen de Samiërs die tijdens de verwoesting van Samos hun toevlucht hadden gezocht op Chios. 


Met hun komst brachten zij de cultus mee, maar ook de iconen van Agía Matróna, die zich in de parochiekerk van de profeet Elia (Elias) bevinden.

 

Peloponnesos

Ongeveer in dezelfde periode volgden kolonisten uit het gebied van Vatika, in het zuidoosten van de Peloponnesos. 


De oorlogssituatie die toen heerste in de Peloponnesos, tussen de Venetianen en de Turken, leidde ertoe dat veel Peloponnesiërs emigreerden.

 

Velen van hen kozen Samos om vrijheid en vrij land te verkrijgen, volgens de privileges die werden aangeboden door Kilic Ali Pasha, met de herkolonisatie van het eiland in 1562.

 

Naast de Chioten en de Peloponnesiërs volgden andere kleinere groepen kolonisten en vestigden zich in Marathokámbos, onder andere vanuit de eilanden Karpathos, Kreta, Ikaria, Kalymnos, Karystos, Patmos en Cyprus.

Welvarend

Marathokampos was in de 18e en 19e eeuw een van de economisch meest welvarende steden van het eiland, met een grote handelsvloot met houten boten en een belangrijke handel.

 

Maar in 1834 ontstond er een diepe crisis in de economie van het dorp, met ernstige sociaal-economische omwentelingen, wat een grote migratiegolf veroorzaakte. Dit was het gevolg van hegemonie (een bepaalde groep, partij heeft overwicht over anderen).

 

Aan het einde van de 19e eeuw had Marathokámbos openbare en gemeentelijke diensten, zelfs een districtsrechtbank (waartoe ook Karlóvasi behoorde), een basisschool, een gymnasium, een meisjesschool en zeven parochiekerken.

 

De economie was afhankelijk van 403 boeren, 50 handelaren, 14 landeigenaren, 300 zeelieden, 280 ambachtslieden, 14 priesters en 4 leraren. Er waren 6 olijfmolens, een zeepziederij (in Órmos Marathokámbou, die nog steeds bestaat) en veel scheepsbouw- en reparatie-eenheden (scheepswerven) in Órmos Marathokámbou.

Gezond en dapper

Stamatiadis, in Samiaka (1886) karakteriseert de inwoners van Marathokámbos, als ‘groot, met fysieke kracht, gezond, dapper en langlevend, waarvan velen ouder waren dan 100 jaar.’

 

Kenmerkend noemt hij de inwoners, Ignátios Papalexandrís die stierf op de leeftijd van 108, zijn vrouw 105 jaar oud en Geórgios Chárakas 110 jaar oud.

Revolutie

Marathokampos is de geboorteplaats van de broers Antonis en Stamatis Georgiadis (kapitein Stamatis), pioniers van de revolutie tegen de Ottomaanse Turken in 1821. Kapitein Stamatis werd geboren in 1775 in Marathokámbos.

 

Tijdens de periode van de Samische revolutie werd hij benoemd tot majoor door Lycurgus Logothetis van en later geëerd door de Griekse regering met de rang van kolonel, de medaille van de Strijd en het gouden kruis van de Verlosser. Hij stierf in 1861, op 86-jarige leeftijd in Chalkida van Evia.

Venkel

Marathokámbos (Μαραθόκαμπος) betekent in het Grieks venkel (= marathos) en vlak (= kampos). Waarschijnlijk komt de naam van het dorp van de venkelplant die in overvloed groeit in de wijde omgeving.

 

De overvloed aan venkel was een belangrijke bron van inkomsten voor de economie van het dorp. Men verzamelde de zaden van de plant die dienden om mee te koken, voor snoepjes en vooral ook om de ouzo op smaak te brengen (in plaats van anijs). De plant heeft immers dezelfde essentiële oliën en aroma's.