Oostelijke Montpellier-slang


De oostelijke Montpellier-slang (Malpolon insignitus) kan tot max  twee meter lang worden. Het heeft gewoonlijk 19 rijen rugschubben op het middenlichaam, maar mannetjes missen een donker 'zadel'. Het heeft vaak smalle, bleke lengtestrepen.

 

Mannetjes hebben een uniforme rugkleur, meestal groenachtig, groenachtig grijs of bruinachtig. Deze missen de klassieke zwarte vlek op het voorste deel van het lichaam. De buik is wit, crème of lichtgeel van kleur en kan min of meer duidelijke vlekken vertonen.

 

Jonge exemplaren en vrouwtjes met meer contrasterende kleuren, met een ontwerp van donkere vlekken op een lichtere achtergrond; De buikkleur is crème of oranje, met lichte vlekken.

Oostelijke Montpellier-slang (Malpolon insignitus). Foto: BennyTrapp
Oostelijke Montpellier-slang (Malpolon insignitus). Foto: BennyTrapp

De slang heeft een grote bewegingsvrijheid en kan met hoge snelheid vluchten in gevaarlijke situaties.

 

Als hij in het nauw wordt gedreven, ademt hij meestal lucht uit en produceert hij een luid, intimiderend gesnuif. Als hij wordt aangevallen of tegengehouden, aarzelt hij niet om fel te bijten.

 

Het wordt niet als een gevaarlijke slang voor mensen beschouwd, omdat hij, wanneer hij bijt, gewoonlijk de achterste tanden niet doordringen. Dat zijn juist de enige tanden die in staat zijn het zwakke gif te inenten. Daarom wordt de slang ondergebracht bij de licht giftige slangen.

 

Hij voedt zich hoofdzakelijk met andere slangen, reptielen en knaagdieren.